Kou

Kou

 

Wintermorgen ik aanschouw je kou

je versplinterde kristallen op mijn raam

ik blaas mijn warme adem

er over uit

 een piepkleine opening

geeft mij een blik in de dag

een dag

waar ik nog niet

zo goed raad mee weet

heb ik wel zin

om weer opnieuw

alle onrecht tegemoet te treden

alle strijd weer aan te gaan

is er toch weer een reden

om er voor op te staan

ik huiver

en deze keer niet van de kou

sla mijn armen om mij heen

wil ik mezelf beschermen?

of zet ik mijzelf

op het verkeerde been

en weet ik best het antwoord

 

natuurlijk ga ik door

en ga ik zorgen dat die kou

van binnen en van buiten

op wat voor manier dan ook

op een keer

met warmte valt in te sluiten