KouWintermorgen ik aanschouw je kouje versplinterde kristallen op mijn raam ik blaas mijn warme adem er over uit een piepkleine opening geeft mij een blik in de dag een dag waar ik nog niet zo goed raad mee weet heb ik wel zin om weer opnieuw alle onrecht tegemoet te treden alle strijd weer aan te gaan is er toch weer een reden om er voor op te staan ik huiver en deze keer niet van de kou sla mijn armen om mij heen wil ik mezelf beschermen? of zet ik mijzelf op het verkeerde been en weet ik best het antwoord
natuurlijk ga ik door en ga ik zorgen dat die kou van binnen en van buiten op wat voor manier dan ook op een keer met warmte valt in te sluiten
|